Een nieuwe versie van het LMS en NRM (GM4).

Significance heeft het Groei Model 4 (GM4) ontwikkeld, de kern van de geactualiseerde Nederlandse nationale en regionale personenvervoermodellen (LMS en NRM), in een project in opdracht van Rijkswaterstaat en ProRail. Nederland heeft een lange geschiedenis op het gebied van strategische modellering van personenvervoer en Significance is sinds de oprichting continu betrokken geweest bij het verbeteren van de multimodale modellen op nationaal en regionaal niveau.

Belangrijke nieuwe aandachtspunten zijn de rol van het stedelijke/regionale OV, het fietsen en het meer exploratieve gebruik van het model om de mogelijke effecten van onzekere ontwikkelingen zoals zelfrijdende voertuigen, autodelen of MaaS nader te kunnen verkennen.

Het GM4-model is een gedesaggregeerd multimodaal model dat is geworteld in de discrete keuze theorie. Het model beschrijft complexe tours (bv heen en weer reizen naar werk met tussendoor ook een winkel verplaatsing) en onderscheidt 9 vervoerswijzen, 5 motieven vanuit huis, 2 motieven vanuit de werklocatie en 3 kind motieven. Het model bestaat uit een geneste Logit-structuur met een nestvolgorde geschat per motief, vaak bestaande uit vervoerwijzekeuze- openbaar vervoer subvervoerwijzekeuze, bestemmingskeuze, tijdstipkeuze, voor- en natransport keuze trein en stationskeuze. Het model modelleert expliciet de stationskeuze voor treinreizigers en het gebruik van voor- en natransport vervoerwijzen, zoals lopen, fietsen, bus, tram & metro of auto, als onderdeel van multimodaal reizen. Het model is geschat op basis van OViN enquetes voor de jaren 2015-2017 in combinatie met specifieke enquêtegegevens voor treinreizigers over hun in- en uitgangsmoduskeuzes en stationskeuzes.

In vergelijking met de vorige versie van het model is in GM4 de gecombineerde bus / tram / metro-vervoerwijze opgesplitst in tram / metro en bus en is ook de e-bike als een aparte vervoerwijze geïntroduceerd naast de conventionele fiets. Andere verbeteringen in de modelspecificatie zijn onder meer het gebruik van kostencoëfficiënten per inkomensklasse, uitgebreidere autokostenspecificatie, het meenemen van reiskostenvergoedingen en het gebruik van opleidingsniveau als verklarende variabele aan de herkomstkant (bevolking naar opleidingsniveau) en de bestemmingskant (opleidingsniveau van banen). Naast het ‘standaard’ model zijn er ook meer exploratieve functionaliteiten ontwikkeld als onderdeel van het nationale model. De exploratieve functionaliteiten zijn opgenomen om de effecten van ontwikkelingen als zelfrijdende voertuigen, autodelen en / of MaaS te verkennen.

De kwaliteit van het nieuwe GM4 model is, in interactie met de klant, de bredere begeleidingsgroep en een externe academische expertcommissie, op veel aspecten beoordeeld door gebruik van een vooraf vastgelegd evaluatiekader. Het evaluatiekader kijkt naar de statistische fit van het model, controleert op ‘acceptabele’ bandbreedtes voor kosten- en tijdelasticiteiten en reistijdwaardering (gebaseerd op de literatuur) en referentiewaarden voor belangrijke transportcijfers zoals het aantal tours en km per vervoermiddel en de reislengteverdelingen per vervoermiddel, zowel op nationaal niveau als voor de 4 grootste steden in Nederland.
Het nieuwe GM4 model is als onderdeel van het LMS gebruikt in de NMCA studie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de LMS en NRM modellen op basis van GM4 zijn formeel operationeel per 1 april 2021 als ‘standaard’ modellen voor het personenvervoer op nationaal en regionaal niveau.